ECLI:NL:CRVB:2013:1838
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- J.S. van der Kolk
- A.I. van der Kris
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid door clusterhoofdpijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 september 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uwv met betrekking tot haar WIA-uitkering. Appellante, die als verkoopster werkzaam was, meldde zich arbeidsongeschikt na een ongeval in 2007, met nek- en hoofdpijnklachten, en later ook met clusterhoofdpijn. Het Uwv concludeerde na onderzoek dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was en weigerde haar WIA-uitkering. In hoger beroep was de centrale vraag of de clusterhoofdpijn van appellante meer arbeidsbeperkingen met zich meebracht dan het Uwv had aangenomen. De rechtbank had eerder de visie van de bezwaarverzekeringsarts gevolgd, die stelde dat er geen wezenlijke arbeidsmogelijkheden waren, ondanks de diagnose clusterhoofdpijn. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat de eerdere beoordeling door het Uwv niet onjuist was. De deskundige die door de rechtbank was ingeschakeld, had weliswaar een andere visie, maar de Raad vond de motivering van de rechtbank overtuigend. De uitspraak bevestigt dat het hoger beroep van appellante niet slaagde en dat de eerdere beslissing van het Uwv werd gehandhaafd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.