ECLI:NL:CRVB:2013:1836
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door appellant als musicus
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, een musicus, die zijn inlichtingenverplichting niet is nagekomen. Appellant had bijstand aangevraagd op 14 december 2006, maar heeft in de daaropvolgende jaren inkomsten uit zijn muzikale activiteiten niet gemeld aan het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen. Na onderzoek bleek dat hij in verschillende maanden in 2007 en 2008 had opgetreden en inkomsten had verworven, die hij niet had doorgegeven. Het college heeft daarop zijn bijstand herzien en teruggevorderd, wat leidde tot een juridische procedure.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht, die de beroepen van appellant tegen de besluiten van het college ongegrond had verklaard. De Raad oordeelde dat appellant, ondanks zijn bewering dat hij geen inkomsten had ontvangen, als professioneel musicus had opgetreden en dat hij had moeten begrijpen dat hij deze inkomsten moest melden. De Raad concludeerde dat de schending van de inlichtingenverplichting een rechtsgrond vormde voor de intrekking van de bijstand, omdat het college niet kon vaststellen of appellant recht had op bijstand.
De Raad benadrukte dat appellant niet had aangetoond dat hij recht had op bijstand, omdat hij geen deugdelijke administratie van zijn werkzaamheden had overgelegd. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.