ECLI:NL:CRVB:2013:1676
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand op basis van huisbezoek bevindingen
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag om bijstand door het Drechtstedenbestuur. Appellante heeft op 4 december 2009 een aanvraag ingediend voor bijstand naar de norm voor een alleenstaande ouder. Na een huisbezoek op 14 januari 2010, waarbij werd vastgesteld dat er geen etenswaren en persoonlijke spullen in de woning aanwezig waren, heeft het bestuur de aanvraag afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij wel degelijk haar hoofdverblijf had op het opgegeven adres, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij op dat adres verbleef. De Raad bevestigt de bevindingen van het huisbezoek en concludeert dat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.