ECLI:NL:CRVB:2013:1632
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- M. Hillen
- F. Hoogendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen om bijzondere bijstand voor medische rapportages in het kader van gerechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. Appellanten, die bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), hadden aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van drie medische rapportages, die noodzakelijk waren voor hun gerechtelijke procedures. De aanvragen werden door het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage afgewezen, omdat de kosten volgens hen geen noodzakelijke kosten waren.
De rechtbank had het beroep van appellanten tegen deze afwijzing gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. De rechtbank oordeelde dat de appellanten in feite bijzondere bijstand vroegen voor schulden, wat in strijd is met de WWB. In hoger beroep hebben appellanten betoogd dat er dringende redenen waren voor het verlenen van bijstand, omdat de medische rapportages essentieel waren voor hun rechtszaken.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het college niet bevoegd was om bijzondere bijstand te verlenen op basis van artikel 49, aanhef en onder b, van de WWB. De Raad concludeerde dat niet was aangetoond dat de schulden de bestaansvoorziening van appellanten bedreigden, waardoor bijstandsverlening niet onvermijdelijk was. Het hoger beroep van appellanten is dan ook afgewezen, en de eerdere uitspraak van de rechtbank is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.