ECLI:NL:CRVB:2013:1621
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstand wegens niet voldoen aan inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. De appellant, die sinds 1 april 1997 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had geen deugdelijke boekhouding overgelegd en voldeed niet aan de op hem rustende inlichtingenverplichting. Het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen had appellant verplicht om een verklaring te overleggen over de dagen en tijdstippen waarop hij werkzaamheden verrichtte, maar appellant had hieraan niet voldaan. Het college had daarom de bijstand van appellant opgeschort en later ingetrokken, wat leidde tot een terugvordering van bijstandsuitkeringen.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet de gevraagde bewijsstukken had overgelegd, ondanks meerdere uitnodigingen van het college. Appellant voerde aan dat hij, gezien zijn marginale inkomsten, niet verplicht was om een deugdelijke boekhouding bij te houden. De Raad oordeelde echter dat het college niet eiste dat appellant een professionele boekhouder inschakelde, maar slechts dat hij zelf een overzicht bijhield van zijn verkopen en inkomsten. De Raad concludeerde dat appellant niet had voldaan aan zijn inlichtingenverplichting, wat de intrekking van de bijstand rechtvaardigde.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde. De Raad wees erop dat appellant had moeten zorgen voor een adequate administratie van zijn inkomsten en werkzaamheden, en dat de eisen van het college niet disproportioneel waren. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en verantwoording in het kader van sociale bijstandsverlening.