ECLI:NL:CRVB:2013:1602
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- B.J. van de Griend
- R.C. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 augustus 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure. Betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 1 juli 2009. De Raad had in een eerdere uitspraak op 24 mei 2012 vastgesteld dat de procedure meer dan vier jaar had geduurd en dat er vermoedens waren dat de redelijke termijn was overschreden, zowel in de bestuurlijke als in de rechterlijke fase. De overschrijding werd vastgesteld op ruim vijf maanden, wat volgens vaste rechtspraak recht geeft op een schadevergoeding van € 500,-.
Na de heropening van het onderzoek heeft de Staat, uit een oogpunt van efficiency, aangeboden om de gehele overschrijding voor zijn rekening te nemen en het bedrag van € 500,- aan betrokkene te betalen. Betrokkene heeft vervolgens zijn verzoek om schadevergoeding, geregistreerd onder nummer 12/2748 BESLU, ingetrokken. De Raad oordeelde dat, aangezien betrokkene al volledig was gecompenseerd voor de overschrijding van de redelijke termijn, het verzoek om schadevergoeding in deze uitspraak moest worden afgewezen.
De Raad heeft ook vastgesteld dat er geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten zijn. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en B.J. van de Griend en R.C. Schoemaker als leden, in aanwezigheid van griffier B. Rikhof. De beslissing is openbaar uitgesproken op 29 augustus 2013.