ECLI:NL:CRVB:2013:1532
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- J.J.A. Kooijman
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens onvoldoende bewijs van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand en de terugvordering van bijstandsbetalingen aan appellanten, die gehuwd zijn en twee kinderen hebben. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat appellanten in de periode van 2 februari 2006 tot 19 november 2008 duurzaam gescheiden hebben geleefd. De Raad baseert zich op onderzoeksbevindingen van de sociale recherche, die bevestigen dat appellant de echtelijke woning in december 2005 heeft verlaten en dat er geen aanwijzingen zijn dat hij in de genoemde periode betrokken was bij het gezinsleven van appellante en de kinderen. Echter, voor de periode van 19 november 2008 tot en met 21 maart 2010 zijn er wel voldoende aanknopingspunten dat appellanten niet duurzaam gescheiden hebben geleefd. De Raad concludeert dat appellante in strijd met haar inlichtingenverplichting niet heeft gemeld dat zij en appellant in deze periode samenwoonden, wat heeft geleid tot onterecht verstrekte bijstand. De rechtbank heeft de beroepen van appellanten tegen de besluiten van het college ongegrond verklaard, maar de Raad vernietigt deze uitspraken en verklaart de beroepen gegrond. De Raad herroept de besluiten van het college voor de periode van 2 februari 2006 tot 19 november 2008 en draagt het college op om opnieuw te beslissen op de bezwaren van appellanten. Tevens worden de proceskosten van appellanten vergoed.