ECLI:NL:CRVB:2013:1490
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- J.J.T. van den Corput
- J.S. van der Kolk
- Rechtspraak.nl
Weigering van een Wajong-uitkering na intrekking van WAO-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De appellante, geboren in 1975, had eerder een WAO-uitkering ontvangen, maar deze was per 2 februari 2004 ingetrokken. De appellante verzocht het Uwv om herziening van deze intrekking en om een Wajong-uitkering vanwege hoofdpijnklachten. Het Uwv heeft dit verzoek afgewezen, omdat de appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. De Raad heeft vastgesteld dat er geen toegenomen beperkingen waren na de intrekking van de WAO-uitkering en dat de beoordeling van arbeidsongeschiktheid onder de WAO en de Wajong overeenkomt. De Raad concludeert dat de appellante vanaf 2 februari 2004 gedurende vijf jaren niet arbeidsongeschikt was in de zin van de WAO en dus ook niet in de zin van de Wajong. De rechtbank had het standpunt van het Uwv terecht onderschreven en het beroep van de appellante ongegrond verklaard. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de aanvraag voor de Wajong-uitkering af.