ECLI:NL:CRVB:2013:1477
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- A.I. van der Kris
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Herziening van arbeidsongeschiktheidsuitkering op basis van medische rapporten en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die sinds 1991 een uitkering ontvangt op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), laatstelijk in de klasse van 45 tot 55%. De appellant heeft zich per 1 juli 2009 opnieuw arbeidsongeschikt gemeld en verzocht om herziening van zijn uitkering. Het UWV heeft dit verzoek op 17 maart 2010 afgewezen, omdat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid was vastgesteld. De medische rapporten gaven geen aanwijzingen voor ernstige psychische of andere aandoeningen die een urenbeperking zouden rechtvaardigen. De Raad onderschrijft het standpunt van de bezwaarverzekeringsarts en de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit.
De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit 1 niet-ontvankelijk verklaard en het beroep tegen het bestreden besluit 2 ongegrond. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van volledige arbeidsongeschiktheid en dat het onderzoek naar de beperkingen van de appellant voldoende inzichtelijk was. De appellant heeft in hoger beroep zijn standpunt herhaald dat hij volledig arbeidsongeschikt is en dat er meer beperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) opgenomen moeten worden.
De Raad heeft de medische rapporten van de bezwaarverzekeringsartsen en de medisch adviseur van de appellant beoordeeld. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is om extra beperkingen op te nemen in de FML, omdat de medische gegevens geen ernstige psychische of andere aandoeningen aantonen die een urenbeperking rechtvaardigen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van de appellant af.