ECLI:NL:CRVB:2013:1473
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- J.J.T. van den Corput
- J.S. van der Kolk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag Wet Wajong en eerdere arbeidsongeschiktheidsbeoordeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht. De rechtbank had op 10 mei 2011 geoordeeld dat de aanvraag van betrokkene, die op 28 augustus 2010 was ingediend op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), niet als een verzoek om terug te komen op een eerder besluit kon worden beschouwd. Betrokkene had eerder, in 1997, een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Algemene Arbeidsongeschiktheidwet (AAW), die was afgewezen omdat hij niet voldeed aan de inkomenseis. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag van 2010 betrekking had op een eerdere arbeidsongeschiktheidsdag dan de datum die in de eerdere beslissing was genomen, en dat er geen sprake was van een herhaalde aanvraag.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de aanvraag van 2010 gezien moet worden als een verzoek om terug te komen op de eerdere beslissing. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de aanvraag van betrokkene niet als herhaalde aanvraag kan worden beschouwd, omdat deze betrekking heeft op een eerdere datum van arbeidsongeschiktheid die nog niet was beoordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat de eerdere beslissing niet inging op de vraag of er eerder arbeidsongeschiktheid bestond en dat de aanvraag van 2010 dus een nieuwe aanvraag is.
De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en appellant veroordeeld in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van € 644,-. De uitspraak is openbaar gedaan op 21 augustus 2013.