Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek tot schadevergoeding af;
- veroordeelt het CAK in de kosten van appellant tot een bedrag van in totaal € 944,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant, als executeur van de nalatenschap van [betrokkene], hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht. De rechtbank had op 31 mei 2011 in een eerdere procedure beslist over een geschil met het Centraal Administratiekantoor (CAK) met betrekking tot de AWBZ. Appellant trok zijn hoger beroep in, maar verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn en om vergoeding van proceskosten. De Centrale Raad van Beroep heeft op 31 juli 2013 uitspraak gedaan.
De Raad overweegt dat op basis van artikel 8:73a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan kan worden veroordeeld tot schadevergoeding indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. Appellant heeft echter geen recht op schadevergoeding, omdat de redelijke termijn niet is overschreden. De Raad stelt vast dat de procedure in drie instanties in totaal niet langer dan vier jaar heeft geduurd, wat in lijn is met de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
De Raad oordeelt verder dat appellant recht heeft op vergoeding van de proceskosten, omdat CAK volledig aan het bezwaar van appellant tegemoet is gekomen. De totale kosten van rechtsbijstand worden vastgesteld op € 944,-. De Raad wijst het verzoek tot schadevergoeding af, maar veroordeelt het CAK in de kosten van appellant. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.