ECLI:NL:CRVB:2013:1361
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- J.N.A. Bootsma
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van functioneren en beëindiging aanstelling ambtenaar
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant, A. te B., tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 7 december 2011. Appellant was sinds 1 december 2002 in dienst van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Het hoogheemraadschap heeft zijn functioneren over het jaar 2009 beoordeeld met een D (“nog te verbeteren”). Deze beoordeling leidde tot de beëindiging van zijn aanstelling vanwege onbekwaamheid en/of ongeschiktheid. Appellant heeft de beoordeling betwist, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beoordeling niet op onvoldoende gronden berust. De Raad stelt vast dat de beoordeling van appellant over 2009 in lijn ligt met eerdere beoordelingen en dat hij voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn functioneren te verbeteren. De Raad bevestigt dat het hoogheemraadschap de beoordeling aan het ontslag ten grondslag mocht leggen, en dat er geen sprake was van een rauwelijks ontslag. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.