ECLI:NL:CRVB:2013:1342

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
7 augustus 2013
Publicatiedatum
7 augustus 2013
Zaaknummer
12-4437 ZVW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de bijdrageplicht voor buitenlandbijdrage in het kader van particuliere ziektekostenverzekering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de vaststelling van de jaarafrekening voor de buitenlandbijdrage over 2007 van appellant, die in Spanje woont. Appellant had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het College voor zorgverzekeringen (Cvz) van 21 november 2008, waarin zijn bijdrageplicht werd vastgesteld op € 572,-. Het Cvz had het bezwaar ongegrond verklaard, met de stelling dat het feit dat appellant een particuliere ziektekostenverzekering heeft afgesloten, niet afdoet aan zijn bijdrageplicht.

De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging. Hij stelde dat hij vrijgesteld wenst te worden van de bijdrageplicht en verzekerd wil blijven in Nederland. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling verwezen naar een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 14 oktober 2010 (zaak C-345/09), waarin werd vastgesteld dat de bepalingen van Verordening 1408/71 een volledig stelsel van conflictregels vormen die dwingend zijn voor de lidstaten. Dit betekent dat sociaal verzekerden zich niet kunnen onttrekken aan de gevolgen van deze regels.

De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de regels niet de door appellant gewenste mogelijkheden bieden. Het hoger beroep van appellant is dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

Centrale Raad van Beroep
12/4437 ZVW
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
22 juni 2012, 10/1189 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.] (Spanje) (appellant)
College voor zorgverzekeringen (Cvz)
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Cvz heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 juni 2013. Appellant is niet verschenen. Cvz heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.M. Nijman.

OVERWEGINGEN

1.
Bij het besluit van 18 februari 2010 (bestreden besluit) heeft Cvz het bezwaar van appellant tegen het besluit van 21 november 2008 waarbij de jaarafrekening voor de buitenlandbijdrage over 2007 voorlopig is vastgesteld op € 572,- ongegrond verklaard. Cvz heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit dat appellant een particuliere ziektekostenverzekering heeft afgesloten, niet afdoet aan zijn bijdrageplicht.
2.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant ongegrond verklaard.
3.
Appellant heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Appellant wenst vrijgesteld te worden van de bijdrageplicht en verzekerd te blijven in Nederland.
4.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Met juistheid heeft de rechtbank aan zijn oordeel ten grondslag gelegd het arrest van
14 oktober 2010 (zaak C-345/09) van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. In dat arrest heeft het Hof overwogen dat de bepalingen van Vo. 1408/71 die betrekking hebben op de vaststelling van de toepasselijke wettelijke regeling, een volledig stelsel van conflictregels vormen, welke conflictregels dwingend gelden voor de lidstaten. Het is daardoor uitgesloten dat de sociaal verzekerden op wie die regels van toepassing zijn, de gevolgen ervan teniet kunnen doen doordat zij ervoor zouden kunnen kiezen zich eraan te onttrekken. Met juistheid heeft de rechtbank dan ook geoordeeld dat de regels derhalve niet de door appellant gewenste mogelijkheden bieden.
5.
Het hoger beroep slaagt niet en de aangevallen uitspraak dient bevestigd te worden.
6.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van S. Aaliouli als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 7 augustus 2013.
(getekend) J. Brand
(getekend) S. Aaliouli

EH