Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om een veroordeling tot schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De appellant, vertegenwoordigd door mr. E. van den Bogaard, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) die hem op 18 november 2010 had medegedeeld dat hij geen recht had op een WAO-uitkering na 6 augustus 2007. Het Uwv had deze beslissing gebaseerd op rapporten van zijn verzekeringsartsen, waarin werd geconcludeerd dat de beperkingen van de appellant niet waren toegenomen sinds de intrekking van zijn uitkering per 15 december 2003.
De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze overwegingen overgenomen. De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een ander oordeel rechtvaardigen. De Raad concludeert dat de verzekeringsartsen van het Uwv terecht hebben vastgesteld dat er geen toename van arbeidsongeschiktheid was in de zin van artikel 43a van de WAO. De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van de medische rapportages en de beoordeling van de beperkingen van de appellant in relatie tot zijn arbeidsongeschiktheid. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, wat betekent dat de kosten voor de rechtsgang niet worden vergoed.