ECLI:NL:CRVB:2013:1218
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- A.I. van der Kris
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsgeschiktheid na ziekmelding en beëindiging van ziekengeld
In deze zaak heeft appellante, die zich ziek meldde wegens fysieke en psychische klachten, hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uwv om haar ziekengeld te beëindigen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het medisch onderzoek door de betrokken bedrijfsartsen zorgvuldig is uitgevoerd. Appellante had zich ziek gemeld vanuit een uitkeringssituatie ingevolge de Werkloosheidswet en ontving een uitkering op basis van de Ziektewet. De bedrijfsarts concludeerde dat appellante, ondanks haar klachten, geschikt was voor haar werk als medewerkster wasserette. Het Uwv beëindigde haar ziekengeld per 28 maart 2011, wat appellante betwistte. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, en ook in hoger beroep heeft de Raad geen aanleiding gezien om de eerdere conclusies van de artsen te betwisten. De Raad oordeelde dat de overgelegde medische informatie geen nieuwe feiten bevatte die de eerdere beoordelingen in twijfel trokken. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat appellante niet met voldoende medische gegevens haar ongeschiktheid tot werken had onderbouwd. De Raad benadrukte dat de criteria voor beoordeling van arbeidsgeschiktheid onder de Ziektewet verschillen van die onder andere wetten, zoals de Wet sociale werkvoorziening en de Wet werk en bijstand. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met Ch. van Voorst als voorzitter, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 31 juli 2013.