Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een bijstandsaanvraag van betrokkene, die zich op 5 augustus 2010 had gemeld bij het Werkbedrijf van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk afgewezen, omdat niet aannemelijk was dat betrokkene op het opgegeven adres verbleef. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van het college vernietigd, maar de Centrale Raad van Beroep kwam tot een andere conclusie.
De Raad oordeelde dat betrokkene de op haar rustende inlichtingenverplichting had geschonden. Dit was gebaseerd op het feit dat betrokkene niet kon aantonen dat zij op het opgegeven adres verbleef, ondanks haar inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie. De Raad wees op de vijf pogingen tot huisbezoek door het college, waarvan er slechts twee succesvol waren, en het ontbreken van persoonlijke bezittingen van betrokkene op het opgegeven adres. De Raad concludeerde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de inschrijving in de GBA doorslaggevend was zonder rekening te houden met de feitelijke situatie.
De Centrale Raad van Beroep vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond, waarmee de afwijzing van de bijstandsaanvraag door het college werd bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van het verstrekken van juiste en volledige informatie door aanvragers van bijstand, en dat de feitelijke woonsituatie cruciaal is voor de beoordeling van het recht op bijstand.