Uitspraak
25 april 2012, 11/1792 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
WW-uitkering over de startperiode ten onrechte de bedragen in aanmerking heeft genomen die in 2008 en 2009 aan de stamrecht-B.V. [naam onderneming] zijn onttrokken. Ten aanzien van het over 2008 in aanmerking genomen bedrag van € 48.000,- heeft appellant bovendien gesteld dat dit het bedrag aan gebruikelijk loon is waarvoor hij door de Belastingdienst is aangeslagen, maar dat hij dit bedrag zichzelf nooit heeft kunnen uitkeren. Appellant heeft herhaald dat het Uwv hem nooit juist heeft voorgelicht over de verrekeningsmethode, en dat hij er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat de winst uit onderneming in de startperiode bepalend zou zijn voor de herberekening van de WW-uitkering over de startperiode.
Ook uw inkomsten van na de startperiode tellen mee. (…) Maakt u geen winst
en heeft u geen andere inkomsten, dan hoeft u niets terug te betalen (cursivering Raad)”. Gelet hierop kon appellant er niet van uitgaan dat enkel winst gedurende de startperiode bepalend zou zijn voor de verrekening van inkomsten en had het op de weg van appellant gelegen om het Uwv te vragen wat de consequenties zijn van als loon verantwoorde inkomsten als directeur-grootaandeelhouder voor de verrekening van inkomsten. Uit de gedingstukken blijkt niet dat appellant dit heeft gedaan. Van een tekortkoming aan de zijde van het Uwv is dan ook geen sprake geweest.