ECLI:NL:CRVB:2013:1131
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- M.F. Wagner
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van niet bestede persoonsgebonden budget (pgb) door Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V.
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een niet bestede persoonsgebonden budget (pgb) door Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V. Appellante, die psychische problemen heeft, heeft in hoger beroep gesteld dat zij niet in staat was om het pgb volledig en juist te verantwoorden. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat Zilveren Kruis bij de toekenning van het pgb op 14 december 2007 een bedrag van € 9.618,37 heeft toegekend voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 29 juli 2008. Bij een latere beschikking op 14 mei 2009 heeft Zilveren Kruis vastgesteld dat appellante slechts € 2.704,28 aan kosten heeft verantwoord, waardoor zij € 6.914,09 te veel heeft ontvangen. Zilveren Kruis heeft het bezwaar van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard, maar de terugvordering verlaagd tot € 5.913,83.
De rechtbank Haarlem heeft het beroep van appellante tegen het besluit van Zilveren Kruis ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellante onvoldoende onderbouwing had gegeven voor haar stelling dat haar psychische problemen haar verhinderden om het pgb te verantwoorden. De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep de overwegingen van de rechtbank bevestigd. De Raad concludeert dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij ten tijde van de toekenning in zodanige psychische omstandigheden verkeerde dat Zilveren Kruis had moeten afzien van het toekennen van het pgb. Ook is niet aangetoond dat zij door haar psychische problemen niet in staat was om het pgb te verantwoorden.
De Raad heeft geoordeeld dat Zilveren Kruis in overeenstemming met haar beleid heeft gehandeld en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om van de terugvordering af te zien. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.