Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De zaak betreft een korting van 25% op de WW-uitkering van betrokkene, die leraar Nederlands is en sinds 2 augustus 2010 een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidswet (WW). De korting werd opgelegd omdat betrokkene niet voldoende had voldaan aan zijn sollicitatieverplichting. Appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, had betrokkene verzocht om een overzicht van zijn sollicitaties in een bepaalde periode, maar betrokkene reageerde hier niet op. Hierdoor werd zijn uitkering met 25% gekort over vier maanden.
Betrokkene maakte bezwaar tegen deze maatregel en stelde dat hij wel degelijk had gesolliciteerd, maar dat hij niet voldoende was geïnformeerd over de vereisten. De rechtbank oordeelde dat de maatregel ten onrechte was opgelegd, omdat betrokkene onvoldoende was geïnformeerd over zijn verplichtingen. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, waarbij hij betwistte dat er sprake was van verminderde verwijtbaarheid.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank niet terecht had aangenomen dat betrokkene onvoldoende was geïnformeerd. De Raad stelde vast dat betrokkene duidelijk was geïnformeerd over zijn sollicitatieverplichtingen en dat hij niet had voldaan aan de eisen die aan hem gesteld werden. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond, waardoor de korting op de WW-uitkering in stand bleef.