ECLI:NL:CRVB:2013:1043
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- A.I. van der Kris
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en intrekking van WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, A. te B., ontving sinds 24 maart 1998 een WAO-uitkering vanwege psychische klachten, die in 2000 werd ingetrokken. Appellante verzocht in 2007 het Uwv om haar arbeidsongeschiktheid opnieuw te beoordelen, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het Uwv het verzoek ten onrechte als een verzoek om terug te komen van het intrekkingsbesluit had opgevat. De rechtbank heeft het Uwv opgedragen opnieuw te beslissen op het verzoek van appellante. Het Uwv heeft vervolgens vastgesteld dat appellante in de periode van 1998 tot 2000 al volledig arbeidsongeschikt was en dat een verhoging van de mate van arbeidsongeschiktheid niet mogelijk was. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad van Beroep is bevestigd. De Raad oordeelt dat de rechtbank de beroepsgronden van appellante niet te beperkt heeft opgevat en dat het hoger beroep niet kan slagen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.