Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om een veroordeling tot het vergoeden van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De appellant, geboren in 1991, had een aanvraag ingediend voor een werkleeraanbod op basis van de Wet investeren in jongeren (WIJ). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Helmond, omdat de appellant had geweigerd mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Dit was in strijd met de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 45 van de WIJ.
De appellant had eerder bijstand ontvangen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en was in aanmerking gekomen voor een inkomensvoorziening op basis van de WIJ. Na een gesprek op 21 oktober 2010 met medewerkers van het Jongerenloket, waarin werd gesproken over het oppakken van een diagnosetraject, weigerde de appellant om hieraan mee te werken. Het college concludeerde dat de appellant zijn verplichtingen niet was nagekomen, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat hij niet had hoeven meewerken aan het diagnosetraject, omdat zijn mogelijkheden al bekend waren. De Raad oordeelde echter dat het college terecht had gesteld dat de appellant zijn verplichtingen niet was nagekomen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om vergoeding van wettelijke rente af. De uitspraak benadrukt het belang van medewerking aan re-integratietrajecten en de verantwoordelijkheden van jongeren in het kader van de WIJ.