ECLI:NL:CRVB:2012:BY7893
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van verhuiskostenvergoeding op basis van termijnoverschrijding bij bezwaar
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. F. Bakker, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen, die op 6 september 2011 het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Bellingwedde ongegrond had verklaard. Het college had op 8 juni 2010 de aanvraag van appellante voor een verhuiskostenvergoeding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning afgewezen. Appellante maakte hiertegen bezwaar, maar het college verklaarde dit bezwaar op 2 november 2010 niet-ontvankelijk, omdat appellante de gronden van het bezwaar niet binnen de gestelde termijn had ingediend.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. De Raad stelde vast dat appellante op 14 juli 2010 door het college was gewezen op het ontbreken van de gronden van het bezwaar en dat zij de gelegenheid had gekregen om dit verzuim te herstellen. Appellante had echter de gronden niet tijdig ingediend, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar. De Raad benadrukte dat appellante verantwoordelijk was voor het indienen van de gronden en dat zij haar gemachtigde op de hoogte had moeten stellen van de termijnbrief.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter H.J. de Mooij en de leden J. Brand en W.H. Bel, in aanwezigheid van griffier R. Scheffer. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 19 december 2012.