ECLI:NL:CRVB:2012:BY7392
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een eerdere uitspraak en beoordeling van besluiten inzake bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 16 december 2010. De zaak betreft een geschil tussen appellant, A. te B., en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam over de toekenning van bijstandsverlening. De Raad heeft in een eerdere tussenuitspraak op 25 september 2012 geoordeeld dat het besluit van 17 augustus 2010 van het college vernietigd moest worden wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In deze uitspraak heeft de Raad het beroep tegen dit besluit gegrond verklaard en het besluit vernietigd.
Daarnaast heeft de Raad het nadere besluit van 24 oktober 2012 beoordeeld. Appellant had in zijn zienswijze dezelfde gronden aangevoerd als in de tussenuitspraak, die eerder door de Raad waren verworpen. De Raad heeft daarom het beroep tegen het nadere besluit ongegrond verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat het college het geconstateerde gebrek in het eerdere besluit had hersteld door het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren en het primaire besluit van 30 juni 2010 te herzien. De terugvordering van bijstandsverlening werd beperkt tot de kosten die ten onrechte waren verleend.
De uitspraak van de Raad is openbaar uitgesproken en de proceskosten zijn niet voor vergoeding in aanmerking gekomen. De Raad heeft bepaald dat het college aan appellant het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 152,-- vergoedt.