ECLI:NL:CRVB:2012:BY4068
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- M.C. Bruning
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 november 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, die eerder een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving, had zich opnieuw ziek gemeld en verzocht om een WIA-uitkering. Het Uwv weigerde deze aanvraag, stellende dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het Uwv voldoende gegevens had verzameld om tot een afgewogen oordeel te komen over de beperkingen van appellante op 4 augustus 2008. De verzekeringsarts en bezwaarverzekeringsarts van het Uwv hadden appellante onderzocht en relevante medische informatie van haar behandelend artsen in hun beoordeling betrokken. De rechtbank oordeelde dat de medische grondslag van het bestreden besluit juist was en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de artsen.
De Raad bevestigde dat appellante met haar beperkingen in staat was om ander gangbaar werk te verrichten, ondanks dat zij niet geschikt werd geacht voor haar eigen werk als schoonmaakster. De bezwaararbeidsdeskundige had geconcludeerd dat appellante niet geschikt was voor de functie van medewerker verkoop binnendienst, maar dat zij wel in staat was om andere functies uit te oefenen. De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen proceskostenveroordeling uitgesproken.