ECLI:NL:CRVB:2012:BY2571
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- J. Riphagen
- A.I. van der Kris
- Rechtspraak.nl
Rectificatie van uitspraak inzake proceskostenveroordeling door de Centrale Raad van Beroep
Op 7 november 2012 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 11/3004 ZW-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 29 augustus 2012, waarin een kennelijke fout werd vastgesteld. In de oorspronkelijke uitspraak was ten onrechte geen proceskostenveroordeling opgenomen, wat aanleiding gaf tot deze rectificatie. De Raad heeft vastgesteld dat appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, in de kosten van betrokkene dient te worden veroordeeld tot een bedrag van € 874,-. Daarnaast wordt er een griffierecht van € 454,- geheven van appellant.
De procedure tot rectificatie werd gestart omdat de Raad partijen in de gelegenheid had gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie. Appellant heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt, terwijl namens betrokkene is aangegeven dat er geen bezwaar bestaat tegen de rectificatie. De Raad heeft vervolgens de wijziging in de uitspraak doorgevoerd en deze rectificatie zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl. De oorspronkelijke uitspraak zal van de website worden verwijderd, maar het LJN-nummer van de gerectificeerde uitspraak blijft gelijk aan dat van de oorspronkelijke uitspraak.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter Ch. van Voorst en de leden J. Riphagen en A.I. van der Kris, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 7 november 2012.