ECLI:NL:CRVB:2012:BX9212
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Inhouding van Zvw-bijdrage op pensioenen van appellant woonachtig in het Verenigd Koninkrijk
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de inhouding van een Zvw-bijdrage op de pensioenen van een appellant die in het Verenigd Koninkrijk woont. Appellant, geboren in 1941, ontvangt een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) en een pensioen van de Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. De Raad oordeelt dat appellant recht heeft op zorg in zijn woonland, ten laste van Nederland, op basis van artikel 28bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71. Dit betekent dat Nederland als pensioenland bevoegd is om een bijdrage te heffen op het pensioen van appellant, zoals vastgelegd in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet (Zvw) in verbinding met artikel 33 van de genoemde verordening.
De Raad wijst erop dat de zorgverstrekking in het Verenigd Koninkrijk via algemene middelen wordt gefinancierd, wat een interne aangelegenheid van het Verenigd Koninkrijk is. Dit leidt niet tot de conclusie dat de inhouding van de bijdrage door het College voor zorgverzekeringen (Cvz) het recht van appellant op vrij verkeer binnen de EU schendt. De Raad verwijst naar eerdere uitspraken en het arrest Van Delft e.a. van 14 oktober 2010, waarin de inhouding van een bijdrage niet in strijd werd geacht met het vrij verkeer van burgers van de EU.
De Raad concludeert dat er geen sprake is van ongerechtvaardigde discriminatie tussen ingezetenen en niet-ingezetenen, en dat de inhouding van de Zvw-bijdrage op het pensioen van appellant rechtmatig is. De aangevallen uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 februari 2011 wordt bevestigd, en er wordt geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.