ECLI:NL:CRVB:2012:BX9056
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- J.J.T. van den Corput
- A.I. van der Kris
- Rechtspraak.nl
Toekenning fiscale schadevergoeding in verband met nabetaling ziekengeld door het Uwv
In deze zaak gaat het om de toekenning van een fiscale schadevergoeding aan appellant in verband met een nabetaling van ziekengeld door het Uwv over het jaar 2002, die in 2003 heeft plaatsgevonden. Appellant heeft in hoger beroep gesteld dat hij een fiscale schade heeft geleden van € 2.047,15 door een nabetaling van € 6.222,35 aan ziekengeld. Het Uwv heeft echter berekend dat de fiscale schade, als gevolg van de nabetaling, niet meer kan bedragen dan € 49,78, wat aanzienlijk lager is dan het bedrag dat appellant al heeft ontvangen als schadevergoeding van € 775,24. De Centrale Raad van Beroep heeft de berekening van het Uwv bevestigd, waarbij is vastgesteld dat appellant in 2003 in dezelfde belastingschijf is gebleven als wanneer de nabetaling niet had plaatsgevonden. Dit betekent dat het verschil in belastingtarief van 0,8% tussen de jaren 2002 en 2003 van toepassing is voor de berekening van de fiscale schade. De Raad heeft geoordeeld dat het feit dat het Uwv geen of te weinig loonheffing heeft ingehouden, niet voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De uitspraak is gedaan in een meervoudige kamer, waarbij de rechters de argumenten van appellant niet hebben gevolgd en hebben geconcludeerd dat het hoger beroep geen doel treft.