ECLI:NL:CRVB:2012:BX9056

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
3 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-497 ZW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning fiscale schadevergoeding in verband met nabetaling ziekengeld door het Uwv

In deze zaak gaat het om de toekenning van een fiscale schadevergoeding aan appellant in verband met een nabetaling van ziekengeld door het Uwv over het jaar 2002, die in 2003 heeft plaatsgevonden. Appellant heeft in hoger beroep gesteld dat hij een fiscale schade heeft geleden van € 2.047,15 door een nabetaling van € 6.222,35 aan ziekengeld. Het Uwv heeft echter berekend dat de fiscale schade, als gevolg van de nabetaling, niet meer kan bedragen dan € 49,78, wat aanzienlijk lager is dan het bedrag dat appellant al heeft ontvangen als schadevergoeding van € 775,24. De Centrale Raad van Beroep heeft de berekening van het Uwv bevestigd, waarbij is vastgesteld dat appellant in 2003 in dezelfde belastingschijf is gebleven als wanneer de nabetaling niet had plaatsgevonden. Dit betekent dat het verschil in belastingtarief van 0,8% tussen de jaren 2002 en 2003 van toepassing is voor de berekening van de fiscale schade. De Raad heeft geoordeeld dat het feit dat het Uwv geen of te weinig loonheffing heeft ingehouden, niet voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De uitspraak is gedaan in een meervoudige kamer, waarbij de rechters de argumenten van appellant niet hebben gevolgd en hebben geconcludeerd dat het hoger beroep geen doel treft.

Uitspraak

11/497 ZW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 10 december 2010, 09/5584 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.]
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak 3 oktober 2012.
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. O.F.X. Roozemond, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het geding is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 22 augustus 2012, waar partijen - met bericht van verhindering - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
1. Bij besluit van 20 februari 2009 heeft het Uwv aan appellant een fiscale schadevergoeding toegekend van € 775,24. Het tegen dit besluit gemaakte bezwaar is bij besluit van 20 oktober 2009 ongegrond verklaard. Het Uwv heeft meegedeeld dat het bedrag aan fiscale schade te hoog is vastgesteld en dat appellant het bedrag niet hoeft terug te betalen. Het Uwv heeft berekend dat ten gevolge van de nabetaling van een bedrag aan ziekengeld van € 3.067,40 over 2002 in 2003 ten hoogste sprake is van een schadebedrag van € 24,54.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft in hoger beroep zijn standpunt gehandhaafd dat in 2003 een bedrag van € 6.222,35 aan ziekengeld is nabetaald, waardoor hij een fiscale schade heeft geleden van € 2.047,15.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. In dit geding is tussen partijen in geschil de vaststelling van de fiscale schade in verband met een nabetaling ziekengeld door het Uwv over 2002 in 2003.
4.2. Aan de in het bestreden besluit gegeven berekening ligt ten grondslag dat ondanks de nabetaling in 2003 van het ziekengeld over 2002 appellant in 2003 in dezelfde belastingschijf is gebleven als wanneer de nabetaling in 2003 niet zou hebben plaatsgevonden. Voor schadevergoeding komt dan in aanmerking het verschil van 0,8% tussen het voor 2002 en 2003 geldende belastingtarief. Het feit dat het Uwv geen of te weinig loonheffing heeft ingehouden en de betrokkene daardoor een naheffing inkomstenbelasting heeft gekregen, komt volgens het Uwv niet voor vergoeding in aanmerking gelet op de vaste rechtspraak van de Raad, onder meer de uitspraak van 16 november 2005, 04/2026 WW (LJN AU6817).
4.3. De onder 4.2 geformuleerde door het Uwv gehanteerde uitgangspunten voor de berekening van de fiscale schade zijn juist en worden in hoger beroep door appellant niet betwist.
4.4. In het midden wordt gelaten wat het juiste bedrag is aan nabetaling van ziekengeld over 2002 in 2003. Ook in het geval appellant wordt gevolgd in het door hem berekende bedrag aan nabetaling van € 6.222,35 zal het bedrag aan fiscale schade niet meer bedragen dan 0,8% over € 6.222,35; dat is € 49,78. Dit bedrag blijft ruimschoots onder het bedrag aan fiscale schadevergoeding van € 775,24 dat het Uwv naar aanleiding van het besluit van 20 februari 2009 aan appellant heeft uitgekeerd, zodat appellant ook in dat geval niet te kort is gedaan.
4.5. Het hoger beroep treft dan ook geen doel. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst als voorzitter en J.J.T. van den Corput en A.I van der Kris als leden, in tegenwoordigheid van D. Heeremans als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 oktober 2012.
(getekend) Ch. van Voorst
(getekend) D. Heeremans
GdJ