ECLI:NL:CRVB:2012:BX8301
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- A.I. van der Kris
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding in verband met immateriële en materiële schade door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 september 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Appellant, die tot eind 2002 als CAD engineer werkzaam was, had een verzoek ingediend om vergoeding van immateriële en materiële schade in verband met zijn uitkeringen onder de Ziektewet, Werkloosheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De rechtbank had geoordeeld dat het Uwv terecht het verzoek om schadevergoeding had afgewezen, omdat er geen causaal verband was aangetoond tussen de door appellant geleden schade en de besluiten van het Uwv. Appellant had onder andere kosten van griffierechten, eigen bijdragen voor rechtsbijstand en advieskosten geclaimd, maar de rechtbank oordeelde dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen.
De Raad heeft de argumenten van appellant in hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het Uwv niet aansprakelijk was voor de door appellant geclaimde schade. De Raad bevestigde dat het Uwv in zijn besluit van 10 december 2009 voldoende had gemotiveerd waarom de schadeposten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. Appellant had in zijn beroepschrift niet adequaat gereageerd op de motivering van het Uwv, wat zijn zaak verder verzwakte. De Raad oordeelde dat de rechtbank niet onterecht was ingegaan op de verschillende schadeposten en dat de aangevallen uitspraak diende te worden bevestigd.
De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met Ch. van Voorst als voorzitter en C.P.J. Goorden en A.I. van der Kris als leden, in aanwezigheid van griffier J.R. Baas.