ECLI:NL:CRVB:2012:BX7981
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft verzoekster, S.T. te L., een verzoek om herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Dit verzoek was gekoppeld aan een verzoek om voorlopige voorziening. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat verzoekster niet heeft voldaan aan de verplichting om griffierecht te betalen binnen de gestelde termijn. Volgens de Beroepswet is het griffierecht verschuldigd en dient dit binnen twee weken na dagtekening van de aanmaning te worden voldaan. Verzoekster ontkende echter opnieuw griffierecht te moeten betalen, omdat zij in een eerdere procedure al griffierecht had betaald.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de wet geen mogelijkheid biedt voor vrijstelling van het griffierecht en dat verzoekster in de gelegenheid is gesteld om het verschuldigde bedrag te voldoen. Ondanks herhaalde aanmaningen heeft verzoekster nagelaten het griffierecht tijdig te betalen. Hierdoor kon de Raad niet anders concluderen dan dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in aanwezigheid van griffier J.A. Achterberg, en is openbaar uitgesproken op 19 september 2012.