ECLI:NL:CRVB:2012:BX7774
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- J. Brand
- A.I. van der Kris
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en procesbelang
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S.T. Dieters, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen. De rechtbank had in haar uitspraak van 7 december 2010 geoordeeld dat het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om de arbeidsongeschiktheid van appellant te verlagen van 100% naar 25% terecht was. Appellant had aanspraak op een loongerelateerde WGA-uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) van 8 december 2008 tot 8 april 2011. Hij was het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en voerde aan dat zijn beperkingen ernstiger waren dan door het Uwv was aangenomen. Ter onderbouwing overhandigde hij een brief van een medisch adviseur, waarin zijn standpunt werd ondersteund.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar uitspraak van 14 september 2012 overwogen dat er geen procesbelang is bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak. Dit betekent dat het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De Raad concludeerde dat de hoogte en duur van de WGA-uitkering niet zouden wijzigen door de uitspraak, en dat appellant geen voordeel zou behalen uit een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in hoger beroep en bevestigt dat indien er geen reëel voordeel te behalen valt, het hoger beroep niet kan worden voortgezet. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.