ECLI:NL:CRVB:2012:BX7029
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- M.C. Bruning
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WAO-uitkering wegens niet vervulde wachttijd
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 september 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WAO-uitkering door het Uwv. De aanvraag was afgewezen omdat appellante de voor haar geldende wachttijd van 52 weken niet had vervuld. De Raad overwoog dat de medische situatie van appellante tussen 16 december 1998 en 16 december 1999 niet met zekerheid kon worden vastgesteld, en dat dit risico voor rekening van appellante kwam. De Raad merkte op dat er meer dan 10 jaar zat tussen de gestelde aanvang van de arbeidsongeschiktheid en de aanvraag, en dat niet was aangetoond dat appellante niet in staat was om eerder een aanvraag in te dienen.
Het procesverloop begon met een besluit van het Uwv op 20 januari 2010, waarin de aanvraag werd afgewezen. Appellante had op 5 juni 2009 haar aanvraag ingediend. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat de gronden van hoger beroep grotendeels een herhaling waren van de eerder ingediende gronden en dat de rechtbank deze op juiste wijze had beoordeeld. De Raad vond geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen dan de rechtbank en bevestigde de aangevallen uitspraak, waarbij ook het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met T. Hoogenboom als voorzitter, en de leden M.C. Bruning en J. Brand, in aanwezigheid van griffier J.R. Baas.