ECLI:NL:CRVB:2012:BX5542
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- M. Hillen
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens onroerende zaken in Marokko en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft appellante, die sinds 5 februari 1994 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), hoger beroep ingesteld tegen de intrekking en terugvordering van haar bijstandsuitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 augustus 2012 uitspraak gedaan. De aanleiding voor de intrekking was een rapport van de afdeling Fraudebestrijding van de gemeente Breda, waarin werd vastgesteld dat appellante onroerende zaken in Marokko bezat. Dit leidde tot een onderzoek door het Internationaal Bureau Fraude-informatie, waaruit bleek dat appellante sinds 18 juli 2002 eigenaar was van een kavel grond in Berkane, Marokko, met een geschatte waarde van ongeveer € 154.000,--. De commissie Sociale Zekerheid van de gemeente Breda heeft op basis van deze informatie besloten om de bijstand van appellante over de periode van 18 juli 2002 tot en met 31 maart 2009 in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand van € 90.077,40 terug te vorderen.
De rechtbank Breda heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarop appellante in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante niet had aangetoond dat zij niet over de onroerende zaken kon beschikken, ondanks haar betoog dat zij juridisch maar niet economisch eigenaar was. De Raad concludeerde dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van haar eigendom in Marokko, wat van invloed was op haar recht op bijstand. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 21 augustus 2012.