ECLI:NL:CRVB:2012:BX3773

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
2 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-617 WUV-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van de uitspraak inzake vermogenskorting in het kader van de WUV

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 augustus 2012 uitspraak gedaan over de rectificatie van een eerdere uitspraak van 26 april 2012, waarin de maandelijkse vermogenskorting van een appellant werd vastgesteld. De appellant, vertegenwoordigd door mr. drs. C. Lamphen, betwistte de berekening van de vermogenskorting, die in de eerdere uitspraak was vastgesteld op € 856,83. De appellant verzocht de Raad om een hersteluitspraak, waarbij zij een lagere vermogenskorting van € 725,09 voorstelde. De Raad heeft partijen gevraagd om op elkaars berekeningen te reageren, maar beide partijen handhaafden hun eerdere standpunten.

De Raad oordeelde dat de berekening van de vermogenskorting correct was, maar erkende een kleine fout in de eerdere uitspraak. De Raad concludeerde dat het bedrag van giften aan charitatieve instellingen in mindering moest worden gebracht op 60% van de waarde van de woning. Dit leidde tot een correctie van het in aanmerking te nemen bedrag aan vermogen, dat nu werd vastgesteld op € 88.428,95 in plaats van € 88.428,97. De Raad rectificeerde de eerdere uitspraak en bepaalde dat de korting wegens vermogensinkomsten moest worden vastgesteld op 4% van € 235.867,14, wat resulteerde in een maandelijkse korting van € 786,22.

De uitspraak tot rectificatie werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit A. Beuker-Tilstra als voorzitter en R. Kooper en B.J. van de Griend als leden, in aanwezigheid van griffier P.W.J. Hospel. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de rectificatie.

Uitspraak

11/617 WUV-R
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 26 april 2012, 11/617
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (Engeland) (appellant)
de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, thans: de Raad van Bestuur van de Sociale verzekeringsbank (verweerder)
Datum uitspraak 2 augustus 2012.
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. drs. C. Lamphen, advocaat, de Raad bericht dat haars inziens de berekening van de maandelijkse vermogenskorting, resulterend in een bedrag van € 856,83, in de uitspraak van de Raad van 26 april 2012, 11/617, niet juist is. Zij heeft de Raad verzocht, indien de door haar berekende korting van € 725,09 juist is, een hersteluitspraak af te geven.
Daarop is namens verweerder een zijns inziens juiste berekening ingediend, resulterend in een maandelijkse korting wegens vermogensinkomsten van € 851,-. Daarbij is ook verzocht om een nadere uitleg van het bedrag van € 1.092,50 aan proceskosten van appellant waarin verweerder in de uitspraak is veroordeeld.
Op verzoek van de Raad hebben partijen op elkaars berekeningen gereageerd, waarbij partijen hun eerder ingenomen standpunten hebben gehandhaafd.
OVERWEGINGEN
1.1. De Raad is van oordeel dat het bedrag van giften aan charitatieve instellingen in mindering moet worden gebracht op 60% van de waarde van de woning, zodat de wijze van berekening van het in aanmerking te nemen bedrag aan vermogen juist is vastgesteld in de uitspraak. Daarbij volgt de Raad mr. drs. C. Lamphen in haar constatering dat deze berekening leidt tot een bedrag van € 88.428,95 in plaats van € 88.428,97.
1.2. Het voorgaande leidt tot een gezamenlijk vermogen van € 237.613,75 minus € 1.746,61 = € 235.867,14. De korting wegens vermogensinkomsten moet dan worden bepaald op 4% van € 235.867,14, gedeeld door twaalf maanden = € 786,22.
2. Met betrekking tot de proceskostenveroordeling licht de Raad toe dat het toegekende bedrag van € 1.092,50 is gebaseerd op 2,5 punt à € 437,- wegens in beroep verrichte proceshandelingen.
3. Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl en de oorspronkelijke uitspraak zal daaruit worden verwijderd. Het LJN-nummer van de gerectificeerde uitspraak zal gelijk zijn aan dat van de oorspronkelijke uitspraak.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 26 april 2012, 11/617 als volgt:
rechtsoverweging 4.3 wordt gewijzigd in:
Het bedrag van het betreffende onderdeel van het vermogen moet dan als volgt vastgesteld: de opbrengst van het huis ten bedrage van 60% van £ 470.000,- minus
£ 100.000,- = £ 182.000,- x € 1.45762, gedeeld door drie. Dit komt uit op een bedrag van € 88.428,95. Dit betekent dat de korting wegens vermogensinkomsten volgens de berekening in de toelichting van 22 maart 2010 op het besluit van 19 maart 2010 dient te worden bepaald op 4% van € 235.867,14, gedeeld door 12 maanden =
€ 786,22. Verweerder zal een nieuw besluit op het bezwaar van appellant moeten nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
Deze uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra als voorzitter en R. Kooper en B.J. van de Griend als leden, in tegenwoordigheid van P.W.J. Hospel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 augustus 2012.
(getekend) A. Beuker-Tilstra
(getekend) P.W.J. Hospel
HD
+B