ECLI:NL:CRVB:2012:BX3165
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van langdurigheidstoeslag over 2009 na vernietiging van het bestreden besluit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een langdurigheidstoeslag aan appellant over het jaar 2009. Appellant ontving sinds 2004 een langdurigheidstoeslag op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had eerder een besluit genomen waarin appellant slechts 3/4 deel van de langdurigheidstoeslag over 2009 toekende, wat leidde tot een geschil. Tijdens de zitting op 19 juni 2012 heeft het college aangegeven het bestreden besluit niet langer te handhaven, omdat appellant al jarenlang op het minimumniveau leeft en er bijzondere omstandigheden zijn die een volledige toekenning rechtvaardigen.
De Raad heeft vastgesteld dat het college, door de bijzondere omstandigheden van het geval in acht te nemen, aanleiding heeft gezien om appellant alsnog de volledige langdurigheidstoeslag van € 360,-- toe te kennen. De Raad heeft het eerdere besluit van 11 juni 2009 vernietigd en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van dat besluit. Tevens is het college veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over het na te betalen bedrag van € 90,--, te rekenen vanaf 1 mei 2009.
De uitspraak van de Raad is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank Amsterdam vernietigd en het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, waarmee de volledige langdurigheidstoeslag over 2009 aan appellant is toegekend.