ECLI:NL:CRVB:2012:BX2491
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- A.B.J. van der Ham
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag langdurigheidstoeslag 2009 wegens vermogen in Turkije
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van de aanvraag om langdurigheidstoeslag 2009 door de Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden. De appellant, die sinds 29 juni 1980 met onderbrekingen een bijstandsuitkering ontving, had in de referteperiode van december 2004 tot 13 september 2007 vermogen boven de grens van het vrij te laten vermogen, dat bestond uit twee appartementen in Turkije. Deze appartementen zijn op 13 september 2007 aan zijn zoons verkocht. De bestuurscommissie had eerder de bijstand van appellant herzien en teruggevorderd op basis van het bezit van dit vermogen.
De rechtbank Dordrecht had in een eerdere uitspraak van 20 augustus 2010 de feiten en gegevens met betrekking tot het vermogen van appellant bevestigd. De Raad heeft deze bevindingen gevolgd en geoordeeld dat de aanvraag om langdurigheidstoeslag 2009 op goede gronden is afgewezen. De Raad benadrukte dat voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag niet het vermogen ten tijde van de aanvraag bepalend is, maar het vermogen in de voorafgaande referteperiode. Aangezien appellant gedurende een aanzienlijk deel van deze periode over vermogen beschikte dat boven de vrij te laten grens lag, werd niet voldaan aan de voorwaarden voor toekenning van de langdurigheidstoeslag.
De Raad heeft het hoger beroep van appellant verworpen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.