ECLI:NL:CRVB:2012:BX2225
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en recht op WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. De appellant, A. te B., had hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat hem geen recht op een WIA-uitkering toekende, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de rechtbank de medische beperkingen van appellant op juiste wijze had beoordeeld en dat de rapportages van de bezwaarverzekeringsarts en bezwaararbeidsdeskundige zorgvuldig waren opgesteld. Appellant had in hoger beroep aanvullende stukken ingediend, waaronder een verslag van een intake bij de HSK-groep, maar de Raad oordeelde dat deze informatie niet relevant was voor de datum in geding. De Raad concludeerde dat de functies waarvoor appellant geschikt werd geacht, geen belastingen bevatten die zijn mogelijkheden overschreden, zoals weergegeven in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.