ECLI:NL:CRVB:2012:BW9492

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/4204 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang na nieuwe beslissing op bezwaar door Uwv

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juni 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een geschil over de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De Raad had eerder op 1 februari 2012 een tussenuitspraak gedaan, gepubliceerd als LJN BV2541. Op 6 maart 2012 heeft het Uwv een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, waartegen de appellant in hoger beroep ging. Echter, betrokkene heeft aan de Raad laten weten dat zij zich kan verenigen met deze nieuwe beslissing op bezwaar. Hierdoor was er tussen partijen geen inhoudelijk geschil meer te beslechten.

De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat er geen procesbelang meer bestaat. Dit betekent dat de Raad niet verder kan oordelen over de zaak, aangezien de betrokkene akkoord is gegaan met de nieuwe beslissing van het Uwv. De Raad heeft daarnaast de appellant veroordeeld in de kosten van de betrokkene, die zijn vastgesteld op € 161,-- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan en de beslissing is ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

09/4204 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 juli 2009, 05/1257 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (appellant)
[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)
Datum uitspraak 27 juni 2012.
PROCESVERLOOP
De Raad heeft op 1 februari 2012 een tussenuitspraak gedaan in het geschil tussen partijen, gepubliceerd als LJN BV2541.
Het Uwv heeft op 6 maart 2012 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.
OVERWEGINGEN
Met de nieuwe beslissing op bezwaar van 6 maart 2012 heeft het Uwv opnieuw op het bezwaar van betrokkene beslist. Betrokkene heeft de Raad bericht dat zij zich met de nieuwe beslissing op bezwaar van 6 maart 2012 kan verenigen.
Nu er tussen partijen geen door de Raad te beslechten inhoudelijk geschil meer bestaat, moet het hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang.
De Raad ziet aanleiding om appellant te veroordelen in de kosten die betrokkene in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 161,-- voor verleende rechtsbijstand.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep
-verklaart het hoger beroep niet ontvankelijk,
-veroordeelt appellant in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 161,--
Deze uitspraak is gedaan door C.P.J. Goorden, in tegenwoordigheid van A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2012.
(get.) C.P.J. Goorden
(get.) A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen
JL