ECLI:NL:CRVB:2012:BW8461
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onverschuldigd betaalde kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak gaat het om de terugvordering van te veel betaalde kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) aan appellante. De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 mei 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. Appellante stelde dat zij niet op de hoogte was van de toekenning van kinderbijslag voor haar kinderen, geboren tussen 2000 en 2006, en dat de terugvordering onterecht was. De Svb had op 29 oktober 2009 besloten om het recht op kinderbijslag te herzien en een bedrag van € 2.106,18 terug te vorderen. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de Svb verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarop appellante in hoger beroep ging.
De Raad overwoog dat appellante niet had aangetoond dat de terugvordering zou leiden tot onaanvaardbare financiële of sociale gevolgen. De Raad ging uit van de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank en oordeelde dat appellante op de hoogte had moeten zijn van de toekenning van de kinderbijslag, aangezien de Svb haar frequent had geïnformeerd. De Raad vond het ongeloofwaardig dat de correspondentie de appellante niet had bereikt, en concludeerde dat de terugvordering rechtmatig was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de vordering van appellante af, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling.