ECLI:NL:CRVB:2012:BW8333
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- H.J. de Mooij
- M.I. ’t Hooft
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om compensatie eigen risico 2008
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo, die op 15 september 2010 een eerdere beslissing van het Centraal Administratiekantoor (CAK) om de aanvraag voor compensatie van het eigen risico voor het jaar 2008 af te wijzen, had bevestigd. De appellant had op 24 oktober 2008 een aanvraag ingediend bij het CAK, maar deze werd op 11 december 2008 afgewezen omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Na bezwaar van de appellant, waarin hij stelde dat hij al 15 jaar medicatie voor hartklachten gebruikte, verklaarde het CAK op 6 februari 2009 het bezwaar ongegrond.
De rechtbank oordeelde dat het CAK de appellant in de gelegenheid had moeten stellen om zijn gegevens nader te onderbouwen, maar bevestigde uiteindelijk de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit. De rechtbank concludeerde dat er geen medicijnen waren geleverd die in aanmerking kwamen voor compensatie, en dat het CAK geen nader onderzoek door een arts of apotheker nodig had geacht.
In hoger beroep heeft de Raad voor de Rechtspraak de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad kwam tot de conclusie dat de rechtbank op goede gronden de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand had gelaten. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en voegde hieraan toe dat de appellant niet had aangetoond dat het CAK tekort was geschoten in zijn onderzoek. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de verzoeken van de appellant af, zonder aanleiding te zien voor een veroordeling in de proceskosten.