ECLI:NL:CRVB:2012:BW7788
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en dagloon na 104 weken
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellante, die sinds 9 november 1998 een WAO-uitkering ontvangt met een arbeidsongeschiktheid van 65-80%. Na een ziekmelding op 2 januari 2009, heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) haar uitkering per 30 januari 2009 herzien naar 80-100% en het dagloon vastgesteld op € 76,24. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze herziening, maar dit werd ongegrond verklaard door de rechtbank Zutphen op 1 december 2010. Appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 1 juni 2012 uitspraak gedaan. De Raad oordeelde dat de argumenten van appellante in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten bevatten ten opzichte van haar eerdere stellingen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en stelde dat de herziening van het dagloon in overeenstemming is met artikel 40 van de WAO, dat bepaalt dat een hernieuwde vaststelling van het dagloon pas kan plaatsvinden na een tijdvak van 104 weken. De Raad verwierp de stelling van appellante dat deze regeling onredelijk en onbillijk is, en benadrukte dat de tekst van de wet duidelijk is.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met T. Hoogenboom als voorzitter en J. Brand en I.M.J. Hilhorst-Hagen als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.