ECLI:NL:CRVB:2012:BW6010
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand en uitvoering van een tussenuitspraak door het bestuur
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 mei 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van bijstand aan een appellant. De zaak volgde op een tussenuitspraak van de Raad van 17 januari 2012, waarin het bestuur werd opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. G.J.P.M. Grijmans, heeft geen gronden aangevoerd tegen het nadere besluit van het bestuur, dat op 7 februari 2012 werd genomen. Dit nadere besluit wijzigde het eerdere besluit van 24 september 2008, waarbij de datum van intrekking van de bijstand werd vastgesteld op 9 juni 2008.
De Raad heeft vastgesteld dat het bestuur op juiste wijze uitvoering heeft gegeven aan de tussenuitspraak. De Raad heeft het beroep tegen het nadere besluit ongegrond verklaard, omdat de appellant geen zienswijze naar voren heeft gebracht. De uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 17 september 2009 werd vernietigd, en het beroep tegen het besluit van 24 september 2008 werd gegrond verklaard, maar het beroep tegen het nadere besluit werd ongegrond verklaard.
Daarnaast heeft de Raad het bestuur veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die zijn begroot op € 1.081,--. Het bestuur moet ook het griffierecht van in totaal € 149,-- aan de appellant vergoeden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, met de griffier J. de Jong aanwezig. De uitspraak is een belangrijke bevestiging van de rechtsgang en de verplichtingen van het bestuur in het kader van de sociale zekerheidswetgeving.