ECLI:NL:CRVB:2012:BW4658
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- M. Greebe
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak over het recht op Ziektewetuitkering na medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 mei 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Appellante had zich op 28 november 2008 ziek gemeld terwijl zij een uitkering ontving op grond van de Werkloosheidswet. Na een medische beoordeling door een verzekeringsarts werd vastgesteld dat appellante geschikt werd geacht voor haar laatst verrichte arbeid als champignonplukster/schoonmaakster. Bij besluit van 10 maart 2009 werd haar medegedeeld dat zij geen recht meer had op ziekengeld. Het Uwv verklaarde het bezwaar van appellante tegen dit besluit ongegrond in een bestreden besluit van 18 juni 2009, dat berustte op rapportages van bezwaarverzekeringsarts J.P.M. Joosten.
De rechtbank had het beroep van appellante gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde anders. Tijdens de zitting op 21 maart 2012 was appellante niet verschenen, maar het Uwv was vertegenwoordigd door mr. G. Vermeijden. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit voldoende zorgvuldige en inzichtelijke medische onderbouwing had en dat de door appellante in hoger beroep overgelegde medische informatie niet leidde tot een ander oordeel. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en kwam tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagde.
De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak voor zover deze was aangevochten en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 mei 2012, met Ch. van Voorst als voorzitter en K.E. Haan als griffier.