ECLI:NL:CRVB:2012:BW4038
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Weigering van ZW-uitkering na medisch onderzoek door verzekeringsartsen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die een Ziektewet (ZW) uitkering heeft aangevraagd na zich ziek te hebben gemeld wegens psychische klachten. De Centrale Raad van Beroep behandelt de zaak na een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch, die het beroep van de appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond heeft verklaard. De appellant had zich op 17 november 2008 ziek gemeld vanuit een uitkeringssituatie ingevolge de Werkloosheidswet. Het Uwv weigerde op 16 november 2009 de verdere uitkering van ziekengeld, wat leidde tot het bestreden besluit op 11 december 2009, waarin het bezwaar van de appellant ongegrond werd verklaard.
De Raad stelt vast dat het medisch onderzoek door de betrokken verzekeringsartsen met de vereiste zorgvuldigheid heeft plaatsgevonden. De bezwaarverzekeringsarts heeft dossierstudie verricht, de hoorzitting bijgewoond en de appellant onderzocht. De Raad concludeert dat de medische conclusies van de artsen goed zijn gemotiveerd en dat er geen aanwijzingen zijn voor een ernstige psychiatrische stoornis die de belastbaarheid van de appellant zou beïnvloeden. De in hoger beroep overgelegde medische informatie biedt geen nieuw licht op de zaak, aangezien deze niet betrekking heeft op de gezondheidstoestand van de appellant op de datum in geding.
De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank en bevestigt de aangevallen uitspraak. De Raad ziet geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskosten worden toegewezen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met Ch. van Voorst als voorzitter en C.P.J. Goorden en J.J.T. van den Corput als leden, en is openbaar uitgesproken op 18 april 2012.