ECLI:NL:CRVB:2012:BV1801
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en veroordeling in proceskosten door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen
In deze zaak heeft het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen (hierna: appellant) hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem. De uitspraak van de rechtbank betrof de zaken met registratienummers 09/3364, 08/4729 en 10/1846, die op 2 december 2010 zijn gedaan. Tijdens de zitting op 6 december 2011 heeft appellant het hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak ingetrokken. Betrokkene, die werd bijgestaan door mr. P.L.O. van de Waarsenburg, heeft vervolgens verzocht om veroordeling van appellant in de proceskosten die hij in verband met het hoger beroep heeft gemaakt. Appellant heeft ter zitting ingestemd met deze veroordeling.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 17 januari 2012 geoordeeld dat, op basis van artikel 21a van de Beroepswet, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de proceskosten bij intrekking van het hoger beroep. De Raad heeft vastgesteld dat de kosten die betrokkene redelijkerwijs heeft moeten maken, begroot worden op € 874,-- voor verleende rechtsbijstand. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij 1 punt is toegekend voor het verweerschrift in hoger beroep en 1 punt voor het verschijnen ter zitting.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met J.C.F. Talman als voorzitter en E.J.M. Heijs en E.C.R. Schut als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.