ECLI:NL:CRVB:2012:BV0858

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-2961 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugvordering van WAO-uitkering door het Uwv

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 7 april 2011, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 9 juli 2008 besloten om de over de periode van 1 oktober 2001 tot en met 29 februari 2008 uitbetaalde WAO-uitkering terug te vorderen. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft in een besluit van 23 september 2008 het terug te vorderen bedrag gecorrigeerd. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.

In hoger beroep heeft appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P. Heijnen, de gronden van zijn beroep toegelicht. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend en zich laten vertegenwoordigen door mr. E.M.C. Beijen. Tijdens de zitting op 2 december 2011 is appellant verschenen, bijgestaan door zijn advocaat. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 13 januari 2012, met nummer 11/2948 WAO, het oordeel van de rechtbank volledig onderschreven en de eerdere uitspraak bevestigd. De Raad oordeelt dat de hoogte van het terug te vorderen bedrag in hoger beroep niet is betwist en dat er geen dringende redenen zijn gesteld op grond waarvan het Uwv van terugvordering zou moeten afzien. Daarom wordt de aangevallen uitspraak bevestigd.

De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met T. Hoogenboom als voorzitter en J. Brand en I.M.J. Hilhorst-Hagen als leden, in tegenwoordigheid van griffier L. van Eijndthoven. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 januari 2012.

Uitspraak

11/2961 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 7 april 2011, 08/3159 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 13 januari 2012
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. P. Heijnen, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 december 2011. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Heijnen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. E.M.C. Beijen.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Bij besluit van 9 juli 2008 heeft het Uwv de over de periode van 1 oktober 2001 tot en met 29 februari 2008 uitbetaalde WAO-uitkering teruggevorderd.
1.2. Bij besluit van 23 september 2008 heeft het Uwv, beslissend op bezwaar, het terug te vorderen bedrag gecorrigeerd.
2. De rechtbank heeft het tegen het besluit van 23 september 2008 ingestelde beroep van appellant ongegrond verklaard.
3. Voor de gronden van het hoger beroep heeft appellant verwezen naar hetgeen hij in de procedure met nummer 11/2948 WAO naar voren heeft gebracht.
4.1. In zijn uitspraak van 13 januari 2012, met nummer 11/2948 WAO, heeft de Raad het oordeel van de rechtbank volledig onderschreven en de in die procedure voorliggende uitspraak van de rechtbank bevestigd.
4.2. Nu ook in hoger beroep de hoogte van het terug te vorderen bedrag niet is betwist en evenmin dringende redenen zijn gesteld op grond waarvan het Uwv van terugvordering zou moeten afzien, dient de aangevallen uitspraak te worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door T. Hoogenboom als voorzitter en J. Brand en I.M.J. Hilhorst-Hagen als leden, in tegenwoordigheid van L. van Eijndthoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 januari 2012.
(get.) T. Hoogenboom.
(get.) L. van Eijndthoven.
TM