ECLI:NL:CRVB:2012:BV0858
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van WAO-uitkering door het Uwv
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 7 april 2011, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 9 juli 2008 besloten om de over de periode van 1 oktober 2001 tot en met 29 februari 2008 uitbetaalde WAO-uitkering terug te vorderen. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft in een besluit van 23 september 2008 het terug te vorderen bedrag gecorrigeerd. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P. Heijnen, de gronden van zijn beroep toegelicht. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend en zich laten vertegenwoordigen door mr. E.M.C. Beijen. Tijdens de zitting op 2 december 2011 is appellant verschenen, bijgestaan door zijn advocaat. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 13 januari 2012, met nummer 11/2948 WAO, het oordeel van de rechtbank volledig onderschreven en de eerdere uitspraak bevestigd. De Raad oordeelt dat de hoogte van het terug te vorderen bedrag in hoger beroep niet is betwist en dat er geen dringende redenen zijn gesteld op grond waarvan het Uwv van terugvordering zou moeten afzien. Daarom wordt de aangevallen uitspraak bevestigd.
De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met T. Hoogenboom als voorzitter en J. Brand en I.M.J. Hilhorst-Hagen als leden, in tegenwoordigheid van griffier L. van Eijndthoven. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 januari 2012.