ECLI:NL:CRVB:2011:BU8502

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-3185 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake AOW door de Centrale Raad van Beroep

In deze zaak heeft verzoeker, woonachtig in Marokko, op 19 mei 2010 verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 19 april 2010, waarin zijn aanvraag voor AOW was afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 december 2011 uitspraak gedaan over dit verzoek. Tijdens de zitting op 18 november 2011 zijn beide partijen, waaronder de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb), niet verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die een herziening van de eerdere uitspraak rechtvaardigen, zoals vereist volgens artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad benadrukt dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de eerdere uitspraak zonder nieuwe relevante informatie. Gezien deze overwegingen heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechter en de griffier.

Uitspraak

10/3185 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht op het verzoek van:
[Verzoeker], te [woonplaats], Marokko (hierna: verzoeker)
om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 19 april 2010, 09/3025 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
verzoeker
en
de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb).
Datum uitspraak: 16 december 2011
I. PROCESVERLOOP
Verzoeker heeft bij schrijven van 19 mei 2010 verzocht om herziening van de aangevallen uitspraak.
De Svb heeft een reactie gegeven.
Het verzoek is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van de Raad op 18 november 2011. Partijen zijn – de Svb met kennisgeving – niet verschenen.
II. OVERWEGINGEN
1. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2.1. Verzoeker heeft aan zijn verzoek om herziening van de aangevallen uitspraak geen feiten of omstandigheden ten grondslag gelegd als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb.
2.2. Het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening is naar vaste rechtspraak van de Raad niet gegeven om anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb, juncto artikel 21 van de Beroepswet, een hernieuwde discussie over de betrokken uitspraak te openen. Al hetgeen verzoeker heeft aangevoerd om een hernieuwde discussie als hiervoor bedoeld te openen dient mitsdien buiten bespreking te blijven.
2.3. Het verzoek om herziening dient gelet op hetgeen is overwogen in 2.1 en 2.2 te worden afgewezen.
3. De Raad acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van J.R. Baas als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 16 december 2011.
(get.) M.M. van der Kade.
(get.) J.R. Baas.
KR