ECLI:NL:CRVB:2010:BM3444
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2010 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 12 november 2009, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Appellant, wonende in Marokko, had tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 maart 2009, waarin zijn verzoek om AOW was afgewezen, hoger beroep ingesteld. De Raad oordeelde dat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend, aangezien de laatste dag voor indiening 29 april 2009 was en het hogerberoepschrift pas op 9 mei 2009 was verzonden.
Tijdens de behandeling van het verzet op 8 maart 2010 zijn partijen niet verschenen. De Raad heeft de door appellant aangevoerde medische omstandigheden niet als toereikend beschouwd om te concluderen dat hij niet in verzuim was. De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die de eerdere uitspraak konden ondermijnen. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing benadrukt dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier R. Groothuis, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.