ECLI:NL:CRVB:2011:BU2130
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand voor stofferingskosten en de kosten van aanschaf van een eettafel en vier stoelen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 5 januari 2011, waarin het beroep van appellant tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden ongegrond werd verklaard. Appellant had bijzondere bijstand aangevraagd voor stofferingskosten en de kosten van een eettafel en vier stoelen. Het College had op 20 januari 2010 bijzondere bijstand verleend voor een totaalbedrag van € 1.456,41, waarvan € 1.056,41 in de vorm van een geldlening. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 27 april 2010, heeft appellant hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 oktober 2011 uitspraak gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat het geschil zich enkel richtte op de hoogte van de toegekende bijstand. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het College de prijzen uit de Prijzengids Nibud 2009-2010 als uitgangspunt voor de hoogte van de bijstand mocht nemen. De Raad vond geen aanleiding om te oordelen dat de bedragen die het College had vastgesteld onjuist waren, noch dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de richtprijs rechtvaardigden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A.B.J. van der Ham als voorzitter en W.F. Claessens en E.J. Govaers als leden, in tegenwoordigheid van griffier I. Mos. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.