ECLI:NL:CRVB:2011:BU2130

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
25 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-1128 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bijzondere bijstand voor stofferingskosten en de kosten van aanschaf van een eettafel en vier stoelen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 5 januari 2011, waarin het beroep van appellant tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden ongegrond werd verklaard. Appellant had bijzondere bijstand aangevraagd voor stofferingskosten en de kosten van een eettafel en vier stoelen. Het College had op 20 januari 2010 bijzondere bijstand verleend voor een totaalbedrag van € 1.456,41, waarvan € 1.056,41 in de vorm van een geldlening. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 27 april 2010, heeft appellant hoger beroep ingesteld.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 oktober 2011 uitspraak gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat het geschil zich enkel richtte op de hoogte van de toegekende bijstand. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het College de prijzen uit de Prijzengids Nibud 2009-2010 als uitgangspunt voor de hoogte van de bijstand mocht nemen. De Raad vond geen aanleiding om te oordelen dat de bedragen die het College had vastgesteld onjuist waren, noch dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de richtprijs rechtvaardigden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A.B.J. van der Ham als voorzitter en W.F. Claessens en E.J. Govaers als leden, in tegenwoordigheid van griffier I. Mos. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

11/1128 WWB
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 5 januari 2011, 10/4072 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden (hierna: College)
Datum uitspraak: 25 oktober 2011
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 september 2011. Appellant is niet verschenen. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J. Groenewegen, werkzaam bij de gemeente Leiden.
II. OVERWEGINGEN
1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1. Op 7 december 2009 heeft appellant bijzondere bijstand aangevraagd voor - voor zover hier van belang - stofferingskosten en de kosten van aanschaf van een eettafel en vier stoelen.
1.2. Bij besluit van 20 januari 2010 heeft het College appellant de aanvraag toegewezen en voor deze kosten bijzondere bijstand verleend voor een bedrag van in totaal € 1.456,41 waarvan € 1.056,41, in de vorm van een geldlening.
1.3. Bij besluit van 27 april 2010 heeft het College het bezwaar van appellant tegen het besluit van 20 januari 2010 ongegrond verklaard.
2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep van appellant tegen het besluit van 27 april 2010 ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft zich tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. Met betrekking tot het recht op bijzondere bijstand voor de hier aan de orde zijnde kosten stelt de Raad vast dat tussen partijen uitsluitend in geschil is de hoogte van het bedrag van de toegekende bijstand.
4.2. Het College hanteerde ten tijde hier van belang de Inventarislijst voor noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen. Op grond van deze lijst, die was gebaseerd op de actuele Nibud prijzengids van 2009-2010, heeft het College appellant voor de stofferingskosten de maximumverstrekking voor een eenpersoonshuishouden toegekend en voor de kosten van aanschaf van een eettafel en vier stoelen een bedrag van in totaal € 430,--.
4.3. Naar het oordeel van de Raad heeft het College de in de Prijzengids Nibud 2009-2010 genoemde prijzen als uitgangspunt voor de hoogte van de te verlenen bijzondere bijstand kunnen nemen. De Raad verwijst in dit kader nog naar zijn uitspraak van 13 oktober 2009, LJN BK1043. Evenals de rechtbank heeft de Raad in de omstandigheid dat de in de Prijzengids Nibud 2007 voor stoffering en voor een eettafel en stoelen hogere bedragen staan vermeld, geen grond gezien om te oordelen dat de in het besluit van 27 april 2010 genoemde, dan geldende bedragen onjuist zijn. De Raad verwijst naar de overweging in de aangevallen uitspraak ter zake. Voorts is de Raad niet gebleken dat zich ten aanzien van appellant omstandigheden voordeden op grond waarvan het College in het geval van appellant van deze richtprijs had moeten afwijken.
5. De aangevallen uitspraak komt derhalve voor bevestiging in aanmerking.
6. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door A.B.J. van der Ham als voorzitter en W.F. Claessens en E.J. Govaers als leden, in tegenwoordigheid van I. Mos als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 25 oktober 2011.
(get.) A.B.J. van der Ham.
(get.) I. Mos.
NW