ECLI:NL:CRVB:2011:BU2089
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden, dat betrekking had op de aflossingscapaciteit van een lening die aan appellant was verstrekt. De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 oktober 2011 uitspraak gedaan. Appellant had eerder bezwaar gemaakt tegen de door het College vastgestelde aflossingscapaciteit van € 53,92 per maand, maar in hoger beroep betwistte hij de juistheid van dit bedrag niet meer. De Raad overwoog dat er sprake moet zijn van voldoende procesbelang om het hoger beroep te kunnen behandelen. Aangezien appellant de juistheid van het aflossingsbedrag niet meer betwistte, was er geen procesbelang meer aanwezig. Hierdoor werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De Raad concludeerde dat de aangevoerde argumenten van appellant niet relevant waren voor de beoordeling van de aflossingscapaciteit, en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A.B.J. van der Ham als voorzitter, en de leden W.F. Claessens en E.J. Govaers, in aanwezigheid van griffier I. Mos. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.