ECLI:NL:CRVB:2011:BU1247
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- B.M. van Dun
- J. Riphagen
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van rechter in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2011, werd een verzoek om wraking afgewezen. Het verzoeker had op 4 oktober 2011 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. J. Brand, die de zaak behandelde. Dit verzoek werd behandeld tijdens een zitting op 19 oktober 2011, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was. De wraking was gebaseerd op verschillende gronden, waaronder het feit dat de rechter geen toegang had tot het volledige dossier en dat verzoeker vond dat de rechter de bewijslast ten onrechte bij hem had gelegd. Verzoeker stelde ook dat de rechter vooringenomen was en niet onafhankelijk had opgetreden tijdens de behandeling van zijn hoger beroep op 10 juni 2011.
De Raad overwoog dat een wrakingsgrond moet voortkomen uit feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de rechter die de zaak behandelt. Veel van de door verzoeker aangevoerde punten betroffen echter andere personen en konden niet worden aangemerkt als feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zouden kunnen brengen. De Raad benadrukte dat wraking niet bedoeld is als een rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen. De Raad concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid of een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. Daarom werd het verzoek om wraking afgewezen.
De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met B.M. van Dun als voorzitter en J. Riphagen en J.J.T. van den Corput als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.